Overige

Herziening stadsvernieuwing Amsterdam

“Muziekdorp in de stad”
Een herinterpretatie van Sitte’s artistieke grondbeginselen als basis voor een nieuw cultureel hart in de Indische Buurt te Amsterdam.

In de eerste bouwplannen voor de Indische Buurt zijn openbare gebouwen ingezet als stedenbouwkundig accent en was er sterke samenhang tussen stedenbouw en architectuur. Door de stadsvernieuwing is er een gebrekkige interactie tussen woning en straat ontstaan en is de functie vaak eenzijdig. Dit is nu nog herkenbaar, zo ook bij de Gerardus Majellakerk. De vraag is: op welke manier kunnen architectuur en de stedelijke ruimte, de openbare functie van de kerk versterken, zodat er een nieuwe ontmoetingsplaats ontstaat? Hiertoe zijn de theorieën van Sitte bestudeerd. Het nieuwe beeld definieert de openbare ruimte beter, geeft de ruimtes een meer besloten karakter en creëert een hernieuwd Ambonplein.

Het afstudeeratelier ‘Revisiting the urban renewal areas of the 70’s and 80’s in Amsterdam’ richt zich op de stadsvernieuwing van Amsterdam die tijdens de jaren ‘70 en ‘80. Met het atelier hebben we de elf stadsvernieuwingswijken van Amsterdam onderzocht. Dit afstudeerverslag richt zich op de Indische Buurt. Naast dit afstudeerverslag is er theoretisch onderzoek gedaan naar de kunst in de stedenbouw waarbij Camillo Sitte centraal staat, dit is te lezen in de afstudeerscriptie genaamd: ‘Het artistieke element in de stedenbouw’.

De Indische Buurt is opgebouwd uit twee delen: de ‘oude’ en de ‘nieuwe Indische buurt’. Het oude gedeelte, gebouwd kort na 1900, wordt gekenmerkt door 19e eeuwse bebouwing en is gebaseerd op de stedenbouwkundige indeling van J. Kalff. Het nieuwere gedeelte is gerealiseerd tussen 1923-1934 met bebouwing in de Amsterdamse School stijl en is gebaseerd op de stedenbouwkundige ideeën van H.P. Berlage. Tijdens de bouw van de ‘nieuwe Indische Buurt’ zijn er kwalitatief minder goede bouwmaterialen gebruikt en zijn er ook een aantal bouwfouten gemaakt. Dit gaf aanleiding tot de stadsvernieuwing van de jaren ‘70-’80, waarbij veel woningen zijn vervangen door sociale woningbouw. Bij deze nieuwe bebouwing is er niet of nauwelijks rekening gehouden met de stedenbouwkundige omgeving.

In het originele plan voor de nieuwe Indische Buurt werden de openbare gebouwen ingezet als stedenbouwkundig accent en er een sterke samenhang was tussen stedenbouw en architectuur. In de plannen  van de stadsvernieuwing is er een gebrekkige interactie tussen de woning en de straat en is de functie ook vaak eenzijdig. Op drie plaatsen zijn de bouwblokken zelfs heringedeeld. De impact hiervan is het grootst bij de Gerardus Majellakerk, waar twee extra pleinen zijn ontstaan die later zijn bebouwd met openbare gebouwen. Als gevolg hiervan zijn de verspringingen in de rooilijnen verdwenen. De oorspronkelijke opzet accentueerde en versterkte de vorm en functie van de openbare ruimte, maar deze is (ook mede door de sluiting van de kerk, waar mensen traditioneel gezien elkaar ontmoetten) verloren gegaan.

Dit was voor mij de aanleiding om me binnen mijn ontwerp te richten op het herstellen van deze ontmoetingsfunctie, waarbij de relatie tussen mijn ontwerp, de kerk, de omliggende gebouwen en de openbare ruimte centraal staat. Daarvoor is de volgende onderzoeksvraag opgesteld: Op welke manier kunnen architectuur en de stedelijke ruimte, de openbare functie van de kerk versterken, zodat er een nieuwe ontmoetingsplaats in de Indische Buurt ontstaat?. Hiertoe heb ik de theorieën van Camillo Sitte en zijn navolgers bestudeerd. Zijn ideeën over de menselijk beleving van de stad vormen de basis van mijn concept: de stad dient veel meer ontworpen te worden vanuit het verticale vlak, vanuit de façades waar tegen men aankijkt. Het gaat om het beeld dat gevormd wordt van de ruimte waar je je in bevindt, en dat is niet alleen te ontwerpen vanuit het horizontale vlak, oftewel de plattegrond. Enscenering is hierbinnen het belangrijkste begrip: het draait om het zicht van de toeschouwer. Er moeten herkenningspunten zijn en een duidelijke identiteit van de wijk (eenheid), waarbinnen iedereen een eigen gezicht kan hebben (individualiteit) en zich veilig voelt (beslotenheid). Onregelmatige doorsnedes, continu bebouwde blokken en gedifferentieerde publieke ruimte zijn belangrijke ontwerptechnische zaken hierin.

Het nieuwe beeld van de Gerardus Majellakerk verandert aanzienlijk ten opzichte van het huidige beeld. Dit niet alleen door het vervangen van de basisschool op het Ambonplein maar ook door het afbreken van een gebouw van het kerkelijk ensemble. Dit definieert de openbare ruimte beter, geeft de ruimtes een beslotener karakter en creëert een hernieuwd intiem Ambonplein. Daarnaast wordt hierdoor het kerkelijk ensemble op een moderne manier onderdeel van een nieuw ensemble, wat het culturele hart in de Ambonpleinbuurt vormt. Het nieuwe bouwblok wat bestaat uit ‘starterwoningen’ en een ‘muziekcentrum’ sluit met zijn materiaal en vorm aan op de overige bebouwing waardoor het nieuwe ensemble een eenheid krijgt. De woningen zijn individueel herkenbaar door het toepassen van verschillende elementen en door een andere kleur en baksteen patroon. De relatief kleine ingreep heeft een groot effect voor de Ambonpleinbuurt. Namelijk het kerkelijk ensemble wordt weer bij de buurt betrokken, waardoor de er een nieuw cultureel hart in de Ambonpleinbuurt ontstaat.